sokpop

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

sokpop
Uitspraak
Woordafbreking
  • sok·pop
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord sokpop sokpoppen
verkleinwoord sokpopje
sokpoppetje
sokpopjes
sokpoppetjes

Zelfstandig naamwoord

de sokpopv / m

  1. (speelgoed) een uit een sok gemaakte handpop
  2. (informatica) een extra online identiteit (zoals een accountnaam) die – meestal heimelijk – gebruikt wordt door iemand als alternatief voor diens andere, meer bekende identiteit
    • Hij is hier als sokpop actief. 
Vertalingen

Gangbaarheid

59 % van de Nederlanders;
52 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be