register
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- re·gis·ter
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het me Latijn, in de betekenis van ‘lijst’ voor het eerst aangetroffen in 1397 [1]
- Van het Middeleeuws-Latijn registrum, van het Laatlatijnse regesta (“lijst”), van het Latijnse regerere (“opnemen, dragen”), van re- + gerere (“dragen”) [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | register | registers |
verkleinwoord | registertje | registertjes |
Zelfstandig naamwoord
register o
- (juridisch) voortdurend bijgehouden lijst met gegevens over personen of zaken (b.v. bij een kadaster), bestand
- De verwerking van persoonsgegevens in een register.
- De notulen worden bewaard in een register.
- inhoudsopgave, index
- (muziek) een serie orgelpijpen in een pijporgel met dezelfde klankkleur, orgelregister
- ▸ De organist kan kiezen welk register hij wil gebruiken bij de muziek.[3]
- (muziek) o.a. deel van de toonomvang van een instrument of stem, stemregister
- (taalkunde) stilistische variatie gebonden aan een bepaalde situatie (stijlregister, taalregister)
- ▸ Veel woorden hebben namelijk geen echt synoniem. Denk maar aan appel, huis, democratie of vrijheid. En als ze wel een synoniem hebben hoort dat dikwijls thuis in een ander register; vaak is het ene woord een oorspronkelijk Nederlands woord en het andere een leenwoord.[4]
- (informatica) een rij van MS-elementen waarin de belangrijkste operaties van een computer plaatsvinden zoals optellen, vermenigvuldigen etc. (o.a. schuifregister)
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord register staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "register" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[5] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "register" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ etymologiebank.nl
- ↑
Weblink bron “Registers”, De Orgelridders
- ↑
Weblink bron “Afwisseling in woordkeuze”, taaladvies.net
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Engels
Uitspraak
- Geluid: register (VS) (hulp, bestand)
- IPA:
Woordafbreking
- re·gis·ter
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to register |
he/she/it | registers |
verleden tijd | registered |
voltooid deelwoord |
registered |
onvoltooid deelwoord |
registering |
gebiedende wijs | register |
Werkwoord
register
- overgankelijk inschrijven, registreren
- wederkerend zich (laten) inschrijven/registreren
enkelvoud | meervoud |
---|---|
register | registers |
Zelfstandig naamwoord
register
- register (alle bet.)
- registratie
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Juridisch in het Nederlands
- Muziek in het Nederlands
- Taalkunde in het Nederlands
- Informatica in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 98 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %
- Woorden in het Engels
- Woorden in het Engels van lengte 8
- Woorden in het Engels met audioweergave
- Werkwoord in het Engels
- Overgankelijk werkwoord in het Engels
- Wederkerend werkwoord in het Engels
- Zelfstandig naamwoord in het Engels