her-
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Huidig bestand |
---|
199 |
Uitspraak
Woordafbreking
- her-
Woordherkomst en -opbouw
- van Middelnederlands her-, vermoedelijk een leenvertaling van Frans re- of Latijn re- [1] [2]
Voorvoegsel
her-
- her + werkwoord vormt een onscheidbaar werkwoord met een betekenis als "opnieuw"
- her + zelfstandig naamwoord vormt een onscheidbaar werkwoord dat een herhaling aangeeft, vaak met de bijbetekenis: gericht op een beter resultaat
Afgeleide begrippen
enige woorden met dit voorvoegsel die nog moeten worden aangebracht