registratie

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • re·gis·tra·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord registratie registraties
verkleinwoord registratietje registratietjes

Zelfstandig naamwoord

de registratiev

  1. het registreren
  2. het opnemen, vastleggen
  3. het bedienen van orgelregisters
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be