Naar inhoud springen

rasa

Uit WikiWoordenboek

rasa

  1. woeden


vervoeging van
raser

rasa

  1. derde persoon enkelvoud verleden tijd (passé simple) van raser


  • ra·sa

rasa

  1. gevoel, gewaarwording, smaak
  2. gevoel, emotie
  3. mening, besef
  4. essentie
  5. schrijfwijze voor raksa "kwik"


rasa

  1. dauw

rasa

  1. dauw


  • rasa
Naar frequentie 149767

rasa

  1. verouderde spelling of vorm van raste tot 2005 [1]
(verleden tijd van rase)

rasa

  1. verouderde spelling of vorm van rast tot 2005 [1]
(voltooid deelwoord van rase)
  1. 1 2 Taalhervorming 2005:
    Rettskrivningsendringer fra 1. juli 2005 (in het Noors)
    1.2.2.2 Svake verb / B Verb der bøyningsvormer kommer i tilleg / 1 Tillegg av -a el. -et eller både -a og -et

rasa

  1. nominatief bepaald onzijdig meervoud van ras


  • rasa

rasa

  1. nominatief bepaald onzijdig meervoud van ras


rasa v

  1. ras


rasa

  1. vrouwelijk enkelvoud van raso


  • ra·sa

rasa v

  1. ras

rasa

  1. genitief enkelvoud van ras
  2. accusatief enkelvoud van ras