Naar inhoud springen

emotie

Uit WikiWoordenboek
emotie na maken van doelpunt
  • emo·tie
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘gemoedsbeweging’ voor het eerst aangetroffen in 1824 [1]
  • afgeleid uit het Franse émotion [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord emotie emoties
verkleinwoord emotietje emotietjes

de emotiev

  1. een hevig gevoel
    • Het is niet goed om je emoties te onderdrukken. 
     Mentaal sterke mensen: Vermijden zelfmedelijden; Zijn de baas over hun eigen emoties; Lopen niet weg voor veranderingen;[3]
     In het Tweede Kamerdebat over de Voorjaarsnota heeft PVV-leider Wilders in een discussie over de koopkracht VVD-fractievoorzitter Hermans "de tassendrager van de heer Rutte" genoemd. De opmerking leidde tot emotie bij Hermans en verontwaardiging bij andere fractievoorzitters.[4]
100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[5]
  1. "emotie" in:
    Sijs, Nicoline van der
    , Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org
    ; ISBN 90 204 2045 3
  2. etymologiebank.nl
  3. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  4. Bronlink geraadpleegd op 11 juni 2022 Weblink bron “VVD-fractievoorzitter Hermans geraakt door 'tassendrager' van Wilders” (15 juni 2022), NOS
  5. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be