prei
Uiterlijk
- prei
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘soort look’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1226 [1]
- vroegste Middelnederlandse vorm poret via Oudfrans uit Latijn 'porrum'[2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | prei | preien |
verkleinwoord | preitje | preitjes |
- (plantkunde) plant Allium porrum (wikidata: prei )
- (groente) eetbare bladeren van Allium porrum (wikidata: prei )
- Onze hele familie vindt prei heerlijk.
1. en 2 (bladeren van) plant Allium porrum
- Het woord prei staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "prei" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "prei" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ prei op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
prei
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 4
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Plantkunde in het Nederlands
- Groente in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %
- Woorden in het Surinaams
- Werkwoord in het Surinaams