Naar inhoud springen

decennium

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • de·cen·ni·um
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘tijdruimte van 10 jaren’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1824 [1] [2]
  • Afgeleid van het Latijnse decem (tien).
enkelvoud meervoud
naamwoord decennium decennia
decenniën
verkleinwoord decenniumpje decenniumpjes

Zelfstandig naamwoord

decennium o

  1. (tijdrekening), (eenheid) een periode van tien jaar
    • In dat decennium vond de oorlog plaats. 
     De wijn uit het Rhônedal heeft de afgelopen decennia aan prestige gewonnen door productverbetering en slimme marketing. De Côtes du Rhône is allang geen onaanzienlijk slobberwijntje meer, maar een succesvol exportproduct.[3]
Verwante begrippen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen