borst
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- borst
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘lichaamsdeel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 701 [1]
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘jonkman’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1623 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | borst | borsten |
verkleinwoord | borstje | borstjes |
Zelfstandig naamwoord
- (anatomie), (zoötomie) bovenste deel van de voorkant van de romp van mens (of vergelijkbaar deel bij dier), van onder begrensd door het middenrif en de hals
- Versnijd iedere borst in drie filets en snijd deze in blokjes.
- (anatomie) elk van de twee vooruitstekende klieren bij vrouwen waaruit zich de moedermelk afscheidt
- Maar Albert was geen vlug type, alles kostte bij hem tijd. En al heel snel was daar Cécile geweest, hij was meteen hartstochtelijk verliefd, de ogen van Cécile, de mond van Cécile, de glimlach van Cécile, en daarna uiteraard de borsten van Cécile, de kont van Cécile, hoe wil je dan aan iets anders denken. [2]
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
- [1]: Dat stuit mij tegen de borst.
Daar heb ik een afkeer van.
- [1]: iemand aan de borst drukken
iemand met gevoel omarmen
- [1]: uit volle borst zingen
luid zingen
- [1]: zich op de borst kloppen
zich op iets beroemen
- [2]: de borst geven
een kind moedermelk uit de borst laten drinken
Vertalingen
1. bovenste deel van de voorkant van de romp van mens of dier
2. elk van de twee vooruitstekende klieren bij vrouwen waaruit zich de moedermelk afscheidt
|
|
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bersten |
borst
- enkelvoud verleden tijd van bersten
- Ik borst.
- Jij borst.
- Hij, zij, het borst.
- Ik borst.
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord borst staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "borst" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ 1,0 1,1 "borst" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Lemaitre, Pierre"Tot ziens daarboven" 2014 ISBN 9789401601931 pagina 16
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Middelnederlands
Zelfstandig naamwoord
borst
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 5
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Anatomie in het Nederlands
- Zoötomie in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %
- Woorden in het Middelnederlands
- Woorden in het Middelnederlands van lengte 5
- Zelfstandig naamwoord in het Middelnederlands
- Anatomie in het Middelnederlands
- Zoötomie in het Middelnederlands