bryst

[1]: Et bryst.
Een borst.

[2]: Et kvinnelige bryst.
Een vrouwelijke borst.

[5]: Brystsvømning.
Borstcrawl.

Noors

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: /bɾyst/

Woordafbreking

• bryst

Woordherkomst en -opbouw

• Afkomstig van het Oudnoorse zelfstandie naamwoord brjóst

Naar frequentie	5619

	enkelvoud		meervoud
	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief	bryst	brystet	bryst bryster	brysta brystene
genitief	brysts	brystets	brysts brysters	brystas brystenes

Zelfstandig naamwoord

bryst o

1. (anatomie) borst (lichaamsdeel)

   «Norske kvinner setter pris på en mann med hårete bryst.»

   Noorse vrouwen stellen een man met een harige borst op prijs.

2. (anatomie) borst (vrouwelijk orgaan)

   «Man kan også rekonstruere bryst etter brystkreft ved innsetting av brystproteser.»

   Men kan ook de wederopbouw van de borst na borstkanker reconstrueren door inbrengen van borstimplantaten.

3. borstvlees van de borstpartij van dieren

   «Okse, bryst benfri, lettsaltet.»

   Rundvlees, borst zonder been, licht gezouten.

4. het borstdeel van een kledingstuk

   «En bluse med broderier på brystet.»

   Een blouse met borduursel op de borst.

5. (sport) borstcrawl, borstslag, schoolslag

   «Han vant finalen på 100 meter bryst.»

   Hij won de finale van 100 meter 'borstcrawl'.

Synoniemen

• [2]: barm, mamma, pupp
• [3]: bringe

Antoniemen

• [1]: rygg

Hyperoniemen

• [1]: kroppsdel
• [2]: organ
• [3]: kjøtt, ernæring
• [4]: klær
• [5]: brystsvømning, idrett

Afgeleide begrippen

• [1]: brystbein, brystbær, brysthinnen, brysthule, brystkasse, brystmuskel, brystsmerter, brystvern, brystvirvel, traktbryst
• [2]: brystbetennelse, brystforstørrelse, brystholder, brystkirurgi, brystkreft, brystløft, brystmelk, brystplastikk, brystprotese, brystreduksjon, brystrekonstruksjon, brystundersøkelse, brystvorte, hengebryst
• [3]: brystparti, fuglebryst, oksebryst
• [4]: brystdel, brystnål, brystlomme
• [5]: brystsvømning

Verwante begrippen

• [1]: brystning
• [2]: mammografi, mammogram, mastektomi, melkekjertel

Uitdrukkingen en gezegden

• [2]: gi bryst

de borst geven

Zelfstandig naamwoord

bryst, mv

1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van bryst

Nynorsk

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: /bɾyst/

Woordafbreking

• bryst

Woordherkomst en -opbouw

• Afkomstig van het Oudnoorse zelfstandie naamwoord brjóst

	enkelvoud		meervoud
	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief	bryst	brystet	bryst	brysta

Zelfstandig naamwoord

bryst o

1. (anatomie) borst (lichaamsdeel)
2. (anatomie) borst (vrouwelijk orgaan)
3. borstvlees van de borstpartij van dieren
4. het borstdeel van een kledingstuk
5. (sport) borstcrawl, borstslag, schoolslag

Synoniemen

• [1,3,4]: bringe
• [2]: barm, mamma, pupp

Antoniemen

• [1]: rygg

Hyperoniemen

• [1]: kroppsdel
• [2]: organ
• [3]: kjøtt, ernæring
• [4]: klede
• [5]: brystsvømning, idrett

Afgeleide begrippen

• [1]: brystbein, brystbær, brysthinnen, brysthule, brystkasse, brystmuskel, brystsmerter, brystvern, brystvirvel, traktbryst
• [2]: brystbetennelse, brystforstørrelse, brysthaldar, brystplastikk, brystkreft, brystløft, brystplastikk, brystprotese, brystreduksjon, brystrekonstruksjon, brystundersøkelse, brystvorte, hengebryst
• [3]: brystparti, fuglebryst, oksebryst
• [4]: brystdel, brystnål, brystlomme
• [5]: brystsvømning

Verwante begrippen

• [1]: brystning
• [2]: mammografi, mammogram, mastektomi, melkekjertel

Uitdrukkingen en gezegden

• [2]: gje bryst

de borst geven

Zelfstandig naamwoord

bryst, mv

1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van bryst