baar
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
![]() |
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- baar
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Indonesisch, in de betekenis van ‘nieuweling’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1699
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘staaf metaal’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1717
- In de betekenis van ‘golf’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1240
- In de betekenis van ‘draagbaar’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1080 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | baar | baren |
verkleinwoord | baartje | baartjes |
Zelfstandig naamwoord
- een kleine verhoging of onderstel, waarop een doodskist wordt opgebaard of gedragen
- De dragers droegen de kist van de baar naar de begrafenisauto.
- een staaf edelmetaal
- In De Nederlandsche Bank liggen veel goudbaren.
- meestal in meervoud golf op zee
- Hij gaat varen over de baren.
Synoniemen
- [1]: katafalk
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. een kleine verhoging of onderstel, waarop een doodskist wordt opgebaard of gedragen
- Onderstaande vertalingen dienen nagekeken te worden en omgezet in de bovenstaande tabellen. Nummers na de vertalingen komen niet noodzakelijk overeen met de opgegeven definities. Voor meer uitleg zie WikiWoordenboek:Hoe vertalingen nakijken.
Werkwoord
vervoeging van |
---|
baren |
baar
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van baren
- Ik baar.
- gebiedende wijs van baren
- Baar!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van baren
- Baar je?
stellend | |
---|---|
onverbogen | baar |
verbogen | bare |
partitief | baars |
Bijvoeglijk naamwoord
baar
- (financieel) in gereed geld, cash
Synoniemen
Vertalingen
1. in gereed geld, cash
Gangbaarheid
- Het woord baar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "baar" herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
Duits
Bijvoeglijk naamwoord
baar
- verouderde spelling of vorm van bar tot 1876
- (verouderd)
Sô
Hoofdtelwoord
baar
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 4
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- WikiWoordenboek:Na te kijken vertalingen
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Financieel in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 92 %
- Prevalentie Vlaanderen 90 %
- Woorden in het Duits
- Woorden in het Duits van lengte 4
- Oude spelling van het Duits van voor 1876
- Verouderd in het Duits
- Woorden in het Sô
- Hoofdtelwoord in het Sô