Naar inhoud springen

stupeň

Uit WikiWoordenboek

stupeň m

  1. (wiskunde) graad, booggraad; eenheid om hoeken te meten (1/360 deel van de cirkelomtrek), onderverdeeld in minuten en seconden
  2. (natuurkunde) graad; elk van de gelijke delen waarin sommige schaalverdelingen verdeeld zijn, vooral die van thermometers
  3. fase, etappe


  • stu·peň

stupeň monbezield

  1. trede; begrensd horizontaal vlak geschikt om met een object te belasten, met name tijdens het lopen
    «Abychom uspořili dřevo, stavíme bednění tři stupně najednou.»
    Om hout te besparen bouwen we de bekisting voor drie treden tegelijk.
  2. (wiskunde) graad, booggraad; eenheid om hoeken te meten (1/360 deel van de cirkelomtrek), onderverdeeld in minuten en seconden
  3. (natuurkunde) graad; elk van de gelijke delen waarin sommige schaalverdelingen verdeeld zijn, vooral die van thermometers
    «Bezmála třiadvacet stupňů Celsia pod nulou naměřili v pondělí.»
    Op maandag hebben ze bijn 23 graden Celsius onder nul gemeten.
  4. fase, etappe, stadium
    «Z hlediska evoluce představuje pohlavní způsob rozmnožování pokročilejší stupeň vývoje.»
    Vanuit een evolutionair oogpunt stelt de sexuele manier van reproductie een meer gevorderd ontwikkelingsniveau.
  5. graad, mate, niveau
    «Stanovení stupně příbuzenství má velký význam při dědickém řízení.»
    Het bepalen van de mate van verwantschap heeft een grote betekenis bij in erfrechtprocedures.
  6. (techniek) trap; elk van meerdere delen van een raket die na de start voortstuwingskracht ontwikkelt
  1. °
  2. °
  1. schod monbezield
  2. etapa v, fáze v, stádium o
  3. míra v, úroveň v
  • na stupních vítězů – op het podium
  • soud prvního stupně monbezield – rechtbank van eerste aanleg (in België)