slip

Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- slip
Woordherkomst en -opbouw
- A In de betekenis van ‘onderbroekje’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1957 [1]
- pseudo-Engels
- B In de betekenis van ‘afhangend deel van een kledingstuk’ voor het eerst aangetroffen in 1342 [1]
A | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | slip | slips |
verkleinwoord | slipje | slipjes |
Zelfstandig naamwoord
- (kleding) kort, strak onderbroekje zonder pijpen [4]
- In dezelfde lijn zijn eveneens een klassieke beugelbeha, een bustier met couture-look, een slip en een string verkrijgbaar.
- een afrekening (cijfers op een strook papier)
Synoniemen
- [1]: onderbroek
Hyponiemen
- [1]: damesslip, eisprongslip, herenslip, heupslip, omaslip, ovulatieslip, tangaslip, vrouwenslip
- [2]: loonslip, meetslip
Vertalingen
1. kort, strak onderbroekje zonder pijpen
B | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | slip | slippen |
verkleinwoord | slipje | slipjes |
Zelfstandig naamwoord
- punt van een stof die naar beneden hangt
- drukproef op stroken, nog niet in de vorm van bladzijden ??
- slingering
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
- [3]: in een slip raken
(van een auto of motor) slippen
Vertalingen
1. punt van een stof die naar beneden hangt
in een slip raken
|
Werkwoord
vervoeging van |
---|
slippen |
slip
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van slippen
- Ik slip.
- gebiedende wijs van slippen
- Slip!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van slippen
- Slip je?
Gangbaarheid
- Het woord slip staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "slip" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[6] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ 1,0 1,1 "slip" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Engels
Uitspraak
enkelvoud | meervoud |
---|---|
slip | slips |
Zelfstandig naamwoord
slip
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to slip |
he/she/it | slips |
verleden tijd | slipped |
voltooid deelwoord |
slipped |
onvoltooid deelwoord |
slipping |
gebiedende wijs | slip |
Werkwoord
slip
Pools
Uitspraak
- IPA: /slʲip/
Zelfstandig naamwoord
slip m
Verwante begrippen
Tsjechisch
Uitspraak
- IPA: /slɪp/
Woordafbreking
- slip
Zelfstandig naamwoord
Verbuiging
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | slip | slipy |
genitief | slipu | slipů |
datief | slipu | slipům |
accusatief | slip | slipy |
vocatief | slipe | slipy |
locatief | slipu | slipech |
instrumentalis | slipem | slipy |
Gelijkklinkende woorden
Verwijzingen
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 4
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Kleding in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 98 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %
- Dubbele betekenis in het Nederlands
- Woorden in het Engels
- Woorden in het Engels van lengte 4
- Woorden in het Engels met audioweergave
- Woorden in het Engels met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Engels
- Werkwoord in het Engels
- Woorden in het Pools
- Woorden in het Pools met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Pools
- Woorden in het Tsjechisch
- Woorden in het Tsjechisch met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Tsjechisch
- Mannelijk zelfstandig naamwoord in het Tsjechisch
- Onbezield mannelijk zelfstandig naamwoord in het Tsjechisch