messing
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- mes·sing
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | messing | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
messing o
- (metallurgie) legering van koper en zink
Synoniemen
Vertalingen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | messing | messingen |
verkleinwoord | messinkje | messinkjes |
Zelfstandig naamwoord
messing
- v / m uitsteeksel op een zijde van een plank dat in de groef van een andere plank past
- m mestput, mestvaalt, beerput [4]
Gangbaarheid
- Het woord messing staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "messing" herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
74 % | van de Vlamingen.[5] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "messing" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ messing op website: Etymologiebank.nl
- ↑ messing op website: Etymologiebank.nl
- ↑ messing op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be