geelkoperen

Uit WikiWoordenboek


Nederlands

geelkoperen
Uitspraak
Woordafbreking
  • geel·ko·pe·ren
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen geelkoperen
verbogen
partitief geelkoperens

Bijvoeglijk naamwoord

geelkoperen [1]

  1. gemaakt van messing
     Wie de kerk binnen komt krijgt meteen een antwoord op die vraag: de koningin. Bij de geelkoperen koorpoort in de kerk is de blauwe jurk te zien die Juliana droeg, samen met een rode mantel met witte bontkraag (die overigens niet te zien is). Precies op de plek waar ze ingehuldigd werd als koningin.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 10 september 2023 Weblink bron “Tentoonstelling Juliana: koningin, moeder en punkicoon” (Donderdag 13 oktober 2022, 21:46), NOS