makedonský
Tsjechisch
Uitspraak
- IPA: /makɛdɔnskiː/
Woordafbreking
- ma·ke·don·ský
Woordherkomst en -opbouw
Bijvoeglijk naamwoord
makedonský
- (demoniem)(verouderd) Macedonisch; met betrekking tot het land Noord-Macedonië
- (demoniem) Macedonisch; met betrekking tot het volk de Macedoniërs
- (taal) Macedonisch; met betrekking tot de taal het Macedonisch
Verbuiging
Vervoeging
stellend | makedonský |
---|---|
vergrotend | makedonštější |
overtreffend | nejmakedonštější |