hub
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Gelijkklinkende woorden
Woordafbreking
- hub
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hub | hubs |
verkleinwoord | hubje | hubjes |
Zelfstandig naamwoord
hub m
- knooppunt in het luchtverkeer
- onderdeel dat computernetwerken meerdere apparaten met de rest van het netwerk verbond, voordat het gebruikelijk werd dat met een switch te doen
Synoniemen
Verwante begrippen
- [1] luchthaven
- [2] ethernet, switch
Gangbaarheid
- Het woord hub staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "hub" herkend door:
64 % | van de Nederlanders; |
63 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Tsjechisch
Uitspraak
Woordafbreking
- hub
Zelfstandig naamwoord
[A]
- hub; onderdeel dat computernetwerken meerdere apparaten met de rest van het netwerk verbond, voordat het gebruikelijk werd dat met een switch te doen
Verbuiging
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | hub | huby |
genitief | hubu | hubů |
datief | hubu | hubům |
accusatief | hub | huby |
vocatief | hube | huby |
locatief | hubu | hubech |
instrumentalis | hubem | huby |
Synoniemen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Zelfstandig naamwoord
[B]
hub
Gelijkklinkende woorden
Zelfstandig naamwoord
[B]
hub
Werkwoord
[B]
hub
- informeel tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs van het imperfectieve werkwoord hubit
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 3
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 1 lettergreep in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 64 %
- Prevalentie Vlaanderen 63 %
- Woorden in het Tsjechisch
- Woorden in het Tsjechisch met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Tsjechisch
- Mannelijk zelfstandig naamwoord in het Tsjechisch
- Onbezield mannelijk zelfstandig naamwoord in het Tsjechisch
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Tsjechisch
- Werkwoord in het Tsjechisch
- Werkwoordsvorm in het Tsjechisch