sterfgeval
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: sterfgeval (hulp, bestand)
Woordafbreking
- sterf·ge·val
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van sterf ww en geval
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sterfgeval | sterfgevallen |
verkleinwoord | sterfgevalletje | sterfgevalletjes |
Zelfstandig naamwoord
sterfgeval o
- het voorkomen van een gebeurtenis waarbij iemand overlijdt
- Er waren deze week een aantal sterfgevallen door het nieuwe virus.
- ▸ De strategie heeft in elk geval een negatief effect gehad op het aantal sterfgevallen van het land. Met 43 sterfgevallen per 100.000 inwoners is het sterftecijfer van Zweden wereldwijd een van de hoogste en uit een eerste Zweedse studie naar groepsimmuniteit blijkt dat slechts 7,3 procent van de Stockholmers antistoffen tegen Covid-19 heeft opgebouwd. In veel Europese landen stabiliseert het aantal doden en besmettingen, in Zweden blijft de curve doorlopen.[1]
Hyponiemen
Vertalingen
1. het voorkomen van een gebeurtenis waarbij iemand overlijdt
Gangbaarheid
- Het woord sterfgeval staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "sterfgeval" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron “Brein achter omstreden Zweedse coronastrategie geeft fouten toe” (03-06-2020), Tubantia
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be