frequentie
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: frequentie (hulp, bestand)
Woordafbreking
- fre·quen·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | frequentie | frequenties |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
frequentie v
- aantal keren of herhalingen per tijdseenheid
- Die tram rijdt met een frequentie van twee keer per uur.
- (natuurkunde) (elektronica) het aantal perioden per seconde, trillingsgetal
- In de elektrotechniek wordt de frequentie uitgedrukt in de SI-eenheid hertz (symbool Hz).
- (statistiek) het aantal malen dat een bepaalde observatie gedaan is
Antoniemen
- [2] periodeduur, periodetijd, golflengte
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
- [1] auto's per dag, beelden per seconde, dagelijks, maandelijks, omwentelingen per minuut, slagen per minuut, toeren per minuut, tweemaal daags, wekelijks, tweewekelijks
- [2] hoogfrequent, laagfrequent, middelfrequent, draaggolf, fase, geluid, golflengte, kleur, lichtbron, periode, radio, straling, trilling, warmte, wisselspanning, wisselstroom, zender, zendkanaal
Vertalingen
1,2. aantal keren of herhalingen per tijdseenheid
Gangbaarheid
- Het woord frequentie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "frequentie" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ frequentie op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -ie in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Natuurkunde in het Nederlands
- Elektronica in het Nederlands
- Statistiek in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %