Naar inhoud springen

zender

Uit WikiWoordenboek
  • zen·der
enkelvoud meervoud
naamwoord zender zenders
verkleinwoord zendertje zendertjes

dezenderm [3]

  1. iemand die iets zendt, verstuurt of doet toekomen
  2. (techniek) toestel dat elektromagnetische golven uitstraalt
  3. (media) bedrijf dat een zender [2] gebruikt om radio- of televisieprogramma's om te roepen
     Zo snel als TMF opkwam, zo snel verdween de zender ook weer van het toneel. Een hoop vj's vertrokken naar concurrenten. Na 2008 begon de populariteit snel af te nemen en in de eerste maanden van 2011 was de zender alleen nog van 06.00 uur tot 15.00 uur op tv.[4]

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als werkwoord

vervoeging van
zenderen

zender

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zenderen
    • Ik zender. 
  2. gebiedende wijs van zenderen
    • Zender! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zenderen
    • Zender je? 
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[5]