big
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Zeug met biggetjes.
Uitspraak
Woordafbreking
- big
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘jong van het varken’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1573.[1]
- Middelnederlands bigge, uit West-Germaans. Evenals Nederduits Bigg ‘big’, Duits dial. Bick ‘barg’ en Fries bigge ‘big’.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | big | biggen |
verkleinwoord | biggetje | biggetjes |
Zelfstandig naamwoord
- (veeteelt) (zoogdieren) een jong van het varken
- Zij vindt biggetjes erg schattig.
Synoniemen
Verwante begrippen
Anagrammen
Vertalingen
1. een jong van het varken
|
Gangbaarheid
- Het woord big staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "big" herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
84 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
Engels
Uitspraak
stellend | vergrotend | overtreffend |
---|---|---|
big | bigger | biggest |
Bijvoeglijk naamwoord
big
Antoniemen
Anagrammen
Frans
Uitspraak
Bijvoeglijk naamwoord
big
- (spreektaal) groot, enorm
- «C’est du big.»
- Da’s big business. [1]
- «C’est du big.»
Verwijzingen
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 3
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Veeteelt in het Nederlands
- Zoogdieren in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 92 %
- Prevalentie Vlaanderen 84 %
- Woorden in het Engels
- Woorden in het Engels van lengte 3
- Woorden in het Engels met audioweergave
- Woorden in het Engels met IPA-weergave
- Bijvoeglijk naamwoord in het Engels
- Woorden in het Frans
- Woorden in het Frans van lengte 3
- Woorden in het Frans met audioweergave
- Bijvoeglijk naamwoord in het Frans
- Spreektaal in het Frans