aalbes

Uit WikiWoordenboek
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Aalbessen.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aal·bes
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘vrucht’ voor het eerst aangetroffen in 1500 [1]

samenstelling van  aal  en  bes  [2]

enkelvoud meervoud
naamwoord aalbes aalbessen
verkleinwoord aalbesje aalbesjes

Zelfstandig naamwoord

aalbes v/m [3]

  1. (plantkunde) Ribes rubrum op Wikispecies struik met eetbare rode bessen
  2. (fruit) rode bes of witte bes; vrucht van de aalbesstruik
    • Van aalbessen kun je lekkere jam maken 
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

  • [1] aalbes op "Wilde planten in Nederland en België"