WikiWoordenboek:Persoon: verschil tussen versies

Uit WikiWoordenboek
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Jcwf (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Jcwf (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 55: Regel 55:


==Derde persoon==
==Derde persoon==
De '''derde [[WikiWoordenboek:Persoon|persoon]]''' is een persoon die noch de [[WikiWoordenboek:Eerste persoon|spreker]] noch de [[WikiWoordenboek:Tweede persoon|aangesprokene]] is maar waar het gezegde in de zin over handelt.


De derde persoon is hiermee de meest gebruikelijke persoon. Wanneer het onderwerp van de zin door een zelfstandig naamwoord gevormd wordt, staat de zin vanzelf in de derde persoon.

Woordsoorten die volgens deze categorie een speciale vorm aannemen zijn:
#[[WikiWoordenboek:Werkwoord|werkwoorden]]: [[loopt]], [[is]], [[lopen]], [[zijn]]
# [[WikiWoordenboek:Persoonlijk voornaamwoord|persoonlijke voornaamwoorden]] : [[hij]], [[zij]], [[het]], [[hem]], [[haar]], [[hun]], [[hen]], [[ze]]
# [[WikiWoordenboek:Bezittelijk voornaamwoord|bezittelijke voornaamwoorden]] : [[zijn]], [[haar]], [[hun]]

Bij samengestelde werkwoorden vertoont in de regel alleen het hulpwerkwoord de kenmerkende vorm van de persoon. Dit woord wordt daarom de [[WikiWoordenboek:Persoonsvorm|persoonsvorm]] genoemd.

: hij ''wordt'' geslagen
==Onpersoonlijke vormen==
==Onpersoonlijke vormen==



Versie van 21 sep 2011 03:48

In de grammatica van de meeste talen onderscheidt men in deze categorie drie, bij sommige vier personen.

Eerste persoon: de spreker
Tweede persoon: de toegesprokene
Derde persoon: geen van beiden

In sommige met name Austronesische talen komt een insluitende eerste persoon voor.

Woordsoorten die vaak verschillende vormen kennen afhankelijk van de persoon waarop zij betrekking hebben zijn:

Werkwoorden
Persoonlijke voornaamwoorden
Bezittelijke voornaamwoorden

Eerste persoon

De eerste persoon vertegenwoordigt de spreker in een zin en voorbeeld van de grammaticale categorie persoon

Woordsoorten die volgens deze categorie een speciale vorm aannemen om uit te drukken dat de spreker bedoeld is zijn

  1. werkwoorden: loop, ben
  2. persoonlijke voornaamwoorden : ik, mij, wij, ons
  3. bezittelijke voornaamwoorden : mijn, onze

Bij samengestelde werkwoorden vertoont in de regel alleen het hulpwerkwoord de kenmerkende vorm van de persoon. Dit woord wordt daarom de persoonsvorm genoemd.

ik word geslagen

Tweede persoon

De tweede persoon drukt in vrijwel alle talen de toegesproken persoon of personen uit.


Woordsoorten die in het Nederlands volgens deze categorie een speciale vorm aannemen om uit te drukken dat de toegesprokene bedoeld is, zijn:

  1. werkwoorden: loopt, bent
  2. persoonlijke voornaamwoorden : jij, jou, jullie, je. u
  3. bezittelijke voornaamwoorden : jouw, jullie, je, uw

Bij samengestelde werkwoorden vertoont in de regel alleen het hulpwerkwoord de kenmerkende vorm van de persoon. Dit woord wordt daarom de persoonsvorm genoemd.

jij wordt geslagen

Een Nederlandse eigenaardigheid is dat bij omkering de uitgang -t bij de jij vorm weggelaten wordt:

word jij geslagen?

In veel talen kent de tweede persoon een onderscheid naar formeel en informeel:

jij --- u
tu --- vous
du --- Sie

In sommige talen onderscheidt men ook benadrukt van onbenadrukt:

jij bent -- je bent


Derde persoon

De derde persoon is een persoon die noch de spreker noch de aangesprokene is maar waar het gezegde in de zin over handelt.

De derde persoon is hiermee de meest gebruikelijke persoon. Wanneer het onderwerp van de zin door een zelfstandig naamwoord gevormd wordt, staat de zin vanzelf in de derde persoon.

Woordsoorten die volgens deze categorie een speciale vorm aannemen zijn:

  1. werkwoorden: loopt, is, lopen, zijn
  2. persoonlijke voornaamwoorden : hij, zij, het, hem, haar, hun, hen, ze
  3. bezittelijke voornaamwoorden : zijn, haar, hun

Bij samengestelde werkwoorden vertoont in de regel alleen het hulpwerkwoord de kenmerkende vorm van de persoon. Dit woord wordt daarom de persoonsvorm genoemd.

hij wordt geslagen

Onpersoonlijke vormen