zweet
Uiterlijk
- zweet
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zweet | - |
verkleinwoord |
het zweet o
- transpiratie, transpiratievocht
- Het zweet parelt in druppels van zijn voorhoofd.
- ▸ Binnen de kortste keren was mijn shirt compleet doorweekt van het zweet.[2]
- jagersterm voor bloed
- Badend in het zweet
Heftig zwetend
- • Sprankelend en verfrissend, hoewel zij na een droom die hier betrekking op had steevast badend in het zweet wakker werd. Mislukt. Zij opende haar ogen en slaakte een zucht van onmacht en irritatie. [3]
- In het zweet des [zijns/uws, ...] aanschijns zult gij brood eten.
Men moet hard werken om in zijn levensonderhoud te voorzien
|
1. transpiratie
vervoeging van |
---|
zweten |
zweet
- Het woord zweet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zweet" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ zweet op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Suzanne Vermeer: All-inclusive 2008
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be