zweetwerk
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zweet·werk
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zweet zn en werk zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zweetwerk | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het zweetwerk o
- het speuren naar aangeschoten of aangereden wild door een hond en zijn baas
- ▸ Man en hond verrichten zogeheten 'zweetwerk', speurend naar aangereden of aangeschoten wild. Soms trekt Groothuis zijn jachtmes om beesten uit hun lijden te verlossen. "Voor mensen, die net een dier aanreden en vaak onder de indruk zijn, is dat geen prettig gezicht. Ik zeg wat ik ga doen, dan kunnen ze zich omdraaien."[1]
Gangbaarheid
- Het woord 'zweetwerk' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Bert Janssen“Jagers helpen reeën uit zwembad in Delden” (13-09-2017), Tubantia