zweetwerk

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zweet·werk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zweetwerk
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het zweetwerko

  1. het speuren naar aangeschoten of aangereden wild door een hond en zijn baas
     Man en hond verrichten zogeheten 'zweetwerk', speurend naar aangereden of aangeschoten wild. Soms trekt Groothuis zijn jachtmes om beesten uit hun lijden te verlossen. "Voor mensen, die net een dier aanreden en vaak onder de indruk zijn, is dat geen prettig gezicht. Ik zeg wat ik ga doen, dan kunnen ze zich omdraaien."[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron
    Bert Janssen
    “Jagers helpen reeën uit zwembad in Delden” (13-09-2017), Tubantia