zweetsok

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zweet·sok
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zweetsok zweetsokken
verkleinwoord zweetsokje zweetsokjes

Zelfstandig naamwoord

zweetsok v/m [1]

  1. een naar zweet stinkende sok
     De natte zweetsokken hing ik met veiligheidsspelden achter op mijn rugzak.[2]
     „Ik heb wel een goede tip”, zegt Jochem (11) met een lach. „Je mobiel in je schoen stoppen en daar je zweetsok bovenop leggen. Geen dief die mijn vieze sokken aanpakt.”[3]
     De stank die in Sittard tot ontruiming van een woning en een school heeft geleid werd veroorzaakt door boterzuur. Dit is een zuur dat van nature voorkomt in ranzige boter en sterk ruikende kazen. Het stinkt naar zweetsokken of braaksel en is niet schadelijk voor de gezondheid.[4]
Synoniemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  3. Bronlink Weblink bron
    Rutger Borgerink
    “Actie na telefoondiefstallen op Het Hulsbeek” (31-07-2018), Tubantia
  4. Bronlink Weblink bron “Stank school Sittard door boterzuur” (26-03-2013), NOS