zweetband

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zweet·band
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zweetband zweetbanden
verkleinwoord zweetbandje zweetbandjes

Zelfstandig naamwoord

de zweetbandm

  1. band om pols of voorhoofd waarmee men zich het zweet kan afdeppen
     Goed nieuws voor mensen die compleet in paniek raken van trainingsbroeken en zweetbanden. Ineens is álles sporten.[1]

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron “Alles is sport” (23-08-2017), Tubantia