skill
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- skill
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | skill | skills |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
skill m
- vaardigheid, het vermogen om een handeling bekwaam uit te voeren of een probleem juist op te lossen
- Ionica heeft skills als aankomt op het oplossen van wiskundige problemen.
Verwante begrippen
Vertalingen
1. het vermogen om een handeling bekwaam uit te voeren of een probleem juist op te lossen
Gangbaarheid
- Het woord skill staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Engels
Uitspraak
- Geluid: skill (VS) (hulp, bestand)
- IPA: /skɪl/
enkelvoud | meervoud |
---|---|
skill | skills |
Zelfstandig naamwoord
skill
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 5
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Woorden in het Engels
- Woorden in het Engels van lengte 5
- Woorden in het Engels met audioweergave
- Woorden in het Engels met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Engels