competentie

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • com·pe·ten·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord competentie competenties
verkleinwoord competentietje competentietjes

Zelfstandig naamwoord

de competentiev

  1. een ontwikkelbaar vermogen van mensen waarmee ze in voorkomende situaties adequaat, gemotiveerd, proces- en resultaatgericht kunnen handelen
  2. een cluster van samenhangende kennis, vaardigheden en houdingen, deskundigheid, geschiktheid
    • De nieuwe medewerker heeft de competenties om een manager te worden. 
  3. bevoegdheid tot handelen of oordelen
  4. (geologie) de mate waarin een gesteente bestand is tegen erosie
    • Het gedolomitiseerde koraal vormde vanwege de grote competentie een verhoging in het landschap en verkreeg door erosie de grillige vormen waar de Dolomieten bekend om zijn.[3]  [4]
Synoniemen
Antoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen