toetsenbord

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • toet·sen·bord
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord toetsenbord toetsenborden
verkleinwoord toetsenbordje toetsenbordjes

Zelfstandig naamwoord

het toetsenbordo

  1. (informatica) een apparaat waarmee, door toetsen in te drukken, gegevens in een computer ingevoerd kunnen worden
    • Zou je niet een ander toetsenbord nemen? Op deze kan ik echt niet typen, met al die toetsen in een golfpatroon naast elkaar. 
  2. (techniek) een set van met de vingers manipuleerbare hefboompjes, knoppen, schakelaars of posities op een (beeld-)scherm waarmee apparaten, machines en instrumenten kunnen worden bediend of bespeeld
    • Het toetsenbord is veel te klein, met z'n dikke vingers krijgt hij z'n pincode niet ingevoerd. 
  3. (muziekinstrument) een set van met de vingers in te drukken hefboompjes of knoppen waarmee toetsinstrumenten worden bespeeld
    • Het toetsenbord van dit orgeltje omvat maar vijf octaven. 
Synoniemen
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be