stuurstoel
Uiterlijk
- Geluid: stuurstoel (hulp, bestand)
- stuur·stoel
- samenstelling van stuur en stoel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stuurstoel | stuurstoelen |
verkleinwoord | stuurstoeltje | stuurstoeltjes |
de stuurstoel m
- een stoel die vast aan de grond zit in de stuurhut van een schip
- De stuurman zat in een stuurstoel en hield het schip gedurende vele uren achtereen op koers.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord stuurstoel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.