ramp
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ramp
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘onheil’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1285 [1]
- Van Middelnederlands: ramp «ramp, ongeluk, toeval, kramp» van Germaans *hrampa, vanwaar ook kramp, krimpen, van Indo-Europees *(s)kerb(h)- «draaien, krommen, verschrompelen», vanwaar Russisch: скербнуть.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ramp | rampen |
verkleinwoord | rampje | rampjes |
Zelfstandig naamwoord
- een grote catastrofale gebeurtenis met ernstige gevolgen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
- tot overmaat van ramp
iets wat iets ergs nog erger maakt
- • Hier was het nog lastiger omdat er twee mensen naast mij lagen, waarvan één tot overmaat van ramp de enige aanwezige vrouw was. [2]
Vertalingen
1. een grote catastrofale gebeurtenis met ernstige gevolgen
Gangbaarheid
- Het woord ramp staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "ramp" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "ramp" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Tim Voors: Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada, 2018
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Engels
Woordafbreking
- ramp
enkelvoud | meervoud |
---|---|
ramp | ramps |
Zelfstandig naamwoord
ramp
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 4
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %
- Woorden in het Engels
- Woorden in het Engels van lengte 4
- Zelfstandig naamwoord in het Engels