dijkramp
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- dij·kramp (1)
- dijk·ramp (2)
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van dij en kramp (1)
- samenstelling van dijk en ramp (2)
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dijkramp | dijkrampen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- (medisch) kramp in een dij
- (waterbeheer) ramp met een dijk
Gangbaarheid
- Het woord 'dijkramp' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.