merrie
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- mer·rie
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘vrouwtjespaard’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 701 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | merrie | merries |
verkleinwoord | merrietje | merrietjes |
Zelfstandig naamwoord
[A] merrie v
- (dierkunde) (paardrijden) een vrouwelijk paard
- (dierkunde) het wijfje van andere paardachtigen en van de kamelen
Verwante begrippen
Vertalingen
1. een vrouwelijk paard
|
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | merrie | merries |
verkleinwoord | merrietje | merrietjes |
Zelfstandig naamwoord
- (enkel in de samenstelling nachtmerrie) nachtspook, kwelgeest
Gangbaarheid
- Het woord merrie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "merrie" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Dierkunde in het Nederlands
- Paardrijden in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 97 %
- Prevalentie Vlaanderen 97 %
- Dubbele betekenis in het Nederlands