paardrijden
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: paardrijden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- paard·rij·den
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van paard en rijden
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
paardrijden |
reed paard |
paardgereden |
klasse 1 | volledig |
Werkwoord
paardrijden
- (paardrijden) zich, zittend op de rug van een paard, verplaatsen
- Voordat ze ging paardrijden, zadelde ze het paard op.
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. zich, zittend op de rug van een paard, verplaatsen
Gangbaarheid
- Het woord paardrijden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "paardrijden" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 11
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Sterk werkwoord klasse 1 in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Scheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Paardrijden in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %