mann

Niet te verwarren met: Mann

Bretons

Telwoord (bre)
0
1	11	10	100	103
2	12	20	200	106
3	13	30	300	109
4	14	40	400
5	15	50	500
6	16	60	600
7	17	70	700
8	18	80	800
9	19	90	900

Hoofdtelwoord

mann

1. nul

Noors

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: / mɑn /

Woordafbreking

• mann

Woordherkomst en -opbouw

• Afkomstig van het Oudnoorse woord mann, dat de 4e naamval van maðr is

Naar frequentie	145

	enkelvoud		meervoud
	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief	mann	mannen	menn	mennene
genitief	manns	mannens	menns	mennenes

Zelfstandig naamwoord

mann, m

1. (biologie) man, mannelijk persoon

   «En mann omkom natt til torsdag da han falt ned fra en balkong i Tromsø. »

   Een man werd woensdagavond gedood toen hij viel in Tromsø vanaf een balkon.

2. (familie) echtgenoot
3. persoon

Synoniemen

• [2]: ektemann

Antoniemen

• [1]: kvinne
• [2]: kone

Afgeleide begrippen

• [1]: altmuligmann
• [1]: hallomann
• [1]: mannlig
• [2]: ektemann
• [3]: ankermann
• [3]: jungmann
• [3]: menigmann
• [3]: nordmann
• [3]: ordensmann
• [3]: sidemann

Verwante begrippen

• [1]: fyr
• [1]: kar

Uitdrukkingen en gezegden

• [3]: Alle mann på dekk!

Alle hens aan dek!

• [3]: kjempe mann mot mann

man tegen man vechten

Typische woordcombinaties

• [1]: mann en kvinne

man en vrouw

• [1]: mann en kone

echtgenoot en echtgenote
man en vrouw

IJslands

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?

Zelfstandig naamwoord

mann

1. accusatief onbepaald mannelijk enkelvoud van maður

Nynorsk

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: / mɑn /

Woordafbreking

• mann

Woordherkomst en -opbouw

• Afkomstig van het Oudnoorse woord mann, dat de 4e naamval van mann is

	enkelvoud		meervoud
	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief	mann	mannen	menn menner	mennene
genitief	[2]: manns	[2]: mannens	[2]: menns [2]: menners	[2]: mennenes

Zelfstandig naamwoord

mann, m

1. (biologie) man, mannelijk persoon
2. echtgenoot
3. persoon

Synoniemen

• [2]: ektemann

Antoniemen

• [1]: kvinne
• [2]: kone

Afgeleide begrippen

• [1]: altmoglegmann
• [1]: hallomann
• [1]: kårmann
• [1]: mannleg
• [2]: ektemann
• [3]: ankermann
• [3]: jungmann
• [3]: meinigmann
• [3]: nordmann
• [3]: ordensmann
• [3]: overmann
• [3]: sidemann

Verwante begrippen

• [1]: fyr
• [1]: kar

Uitdrukkingen en gezegden

• [3]: Alle mann på dekk!

Alle hens aan dek!

• [3]: kjempe mann mot mann

man tegen man vechten

Typische woordcombinaties

• [1]: mann en kvinne

man en vrouw

• [1]: mann en kone

echtgenoot en echtgenote
man en vrouw