lidwoord

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • lid·woord
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord lidwoord lidwoorden
verkleinwoord lidwoordje lidwoordjes

Zelfstandig naamwoord

het lidwoordo

  1. (grammatica) woordsoort die standaard voor een naamwoord (meestal een zelfstandig naamwoord) staat, om onder meer bepaaldheid, getal en woordgeslacht hiervan aan te geven
    • Benjamin is een naam; in de Bijbel is het de jongste zoon van Jakob en Rachel. Maar de jongste zoon van zomaar een gezin is de benjamin. Meestal geldt dat voor zulke soortnamen een lidwoord kan staan.[3] 
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen