Naar inhoud springen

geen

Uit WikiWoordenboek
  • geen

geen

  1. ontkennend onbepaald lidwoord tegenovergestelde van één, niet een
    • Dit is geen webstek met winstbejag. 
  2. ontkennend onbepaald lidwoord tegenovergestelde van een onbepaald meervoud of onbepaalde hoeveelheid, niet
    • Met deze schoenen kun je geen bergen beklimmen. 
    • Er zit geen suiker in de koffie 
     Volgens Rico Luman, sectoreconoom transport en automotive van ING, moeten de heffingen ook niet gezien worden als een middel om Chinese auto's van de Europese markt te weren. "In het Verenigd Koninkrijk zijn er geen heffingen op Chinese auto's en daar zie je een nog grotere groei van Chinese auto's. Het werkt eerder als een kleine rem dan als een blokkade."[2]
     Geen tijd meer om van de top af te komen.[3]
  3. ontkennend bepaald lidwoord: niet, niet de, niet het
    • Hij zou geen paus worden. 

geen

  1. niet één, nul
    • Eergisteren zaten er nog vier kuikens in het nest, gisteren één en vandaag geen. 

geen

  1. niemand
    • Ik heb het alle deskundigen gevraagd, maar geen weet het antwoord. 
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[4]
  1. "geen" in:
    Sijs, Nicoline van der
    , Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org
    ; ISBN 90 204 2045 3
  2. Bronlink geraadpleegd op 24 april 2025 Weblink bron
    Aïda Brands
    “Chinese elektrische auto's booming in Europa ondanks heffingen” (24 april 2025), NOS
  3. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


  • Afgeleid van het Proto-Germaanse *gāną

geen

  1. gaan