gebrek
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·brek
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘gemis, kwaal’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1265 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gebrek | gebreken |
verkleinwoord | gebrekje | gebrekjes |
Zelfstandig naamwoord
gebrek o
- een tekort
- Er is een gebrek aan voedsel.
- ▸ Vanwege het gebrek aan steun echter moesten mijn enkels erg wennen aan het oneffen terrein.[2]
- een defect, een mankement
- ▸ De voorzieningenrechter stelde in juli dat de inhoud van het rapport op twee punten onzorgvuldig was, maar dat de gebreken niet zo groot waren dat het hele rapport onrechtmatig was.[3]
Synoniemen
- [1] deficiëntie
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
- gebrek hebben aan
Vertalingen
1. een tekort
2. een defect
Gangbaarheid
- Het woord gebrek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "gebrek" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "gebrek" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018),
- ↑
Weblink bron
Tjerk Gaulthérie van Weezel en Rik Kuiper“Gerechtshof brandt vingers niet aan inspectierapport over Haga Lyceum” (24 december 2019), de Volkskrant - ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be