wilsgebrek

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wils·ge·brek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wilsgebrek wilsgebreken
verkleinwoord wilsgebrekje wilsgebrekjes

Zelfstandig naamwoord

het wilsgebreko

  1. onvoldoende de wil kunnen omzetten in daden
    • En inderdaad, de roker van vandaag geldt als iemand die er nog steeds maar niet mee op kan houden: incontinent - infantiel en seniel tegelijk; een zelfbevuiler, morsig, onwelriekend en bevlekt, en dat niet eens vanwege een ernstige lichaamskwaal, maar enkel en alleen uit wilsgebrek, door een karakterzwakte. [1] 
  2. (juridisch) door bedrog, dwaling, bedreiging (of geweld) of misbruik van omstandigheden niet echt aanwezig zijn van de bedoeling een rechtshandeling te verrichten
    • Het feit alleen dat een werknemer voor de keuze wordt geplaatst - ofwel de arbeidsovereenkomst te beëindigen in onderling akkoord, ofwel te worden ontslagen om een dringende reden -betekent niet noodzakelijk dat de overeenkomst is aangetast door een wilsgebrek.[2] 
    • Een schijnhuwelijk is een inbreuk op het gezinsrecht. De burgerlijke rechter zal de nietigheid van de echtverbintenis uitspreken, maar de strafrechter komt daarbij niet te pas. Wilsgebreken, zelfs huwelijksbedrog, geveins of gehuichel geven geen aanleiding tot strafvervolging. (...) Als elk wilsgebrek in de overeenkomsten aanleiding geeft tot strafvervolging, zijn er dan nog burgerlijke rechtbanken nodig? Moeten we dan de vader van een natuurlijk kind of de verwekker van een overspelig kind vervolgen wegens valsheid in authentieke akten? (...) Als kwade trouw of gebreken in de wilsovereenstemming de rechtsonderhorigen voor de strafrechter dreigen te brengen, zullen arbeidsgeschillen, commerciële conflicten, gezinstwisten en fiscale betwistingen eenieder voor de strafrechter brengen. [3] 
Synoniemen
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

87 % van de Nederlanders;
88 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. NRC A. de Swaan 18 november 1995 De grote trek
  2. De Standaard 18 januari 2005 J. Roodhooft Juridische kroniek. In onderling akkoord uiteen
  3. De Standaard 10 november 2005 De illusies over het schijnhuwelijk
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be