Naar inhoud springen

gebrekkig

Uit WikiWoordenboek
  • ge·brek·kig
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen gebrekkiggebrekkigergebrekkigst
verbogen gebrekkigegebrekkigeregebrekkigste
partitief gebrekkigsgebrekkigers-

gebrekkig

  1. één of meerdere gebreken hebbend.
    • Zijn gebrekkige uitspraak zorgde ervoor dat de Fransman hem niet begreep. 
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[2]