endeldarm

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

enkelvoud meervoud
naamwoord endeldarm endeldarmen
verkleinwoord endeldarmpje endeldarmpjes
1
2
3
4
5
6
7
8
Uitspraak
Woordafbreking
  • en·del·darm
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de endeldarmm

  1. (anatomie) laatste deel van het spijsverteringskanaal vlak voor de anus
    • In de endeldarm verzamelen zich de afvalstoffen alvorens uitgescheiden te worden. 
Synoniemen
Verwante begrippen
onderlichaam van een vrouw (in doorsnede)
1  eileider  · 2  eileiderfranje  · 3  blaas  · 4 schaambeen  · 5  g-plek  · 6  urinebuis  · 7  clitoris  · 8  voorhof  · 9  binnenste schaamlippen  · 10  buitenste schaamlippen  · 11  eierstok  · 12  dikke darm  · 13  baarmoeder  · 14  schedegewelf  · 15  baarmoederhals  · 16  endeldarm  · 17  vagina  · 18  anus  · 19  klier van Bartholin 
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen