clitoris

Een Clitoris (schematisch)

Een clitoris
(zie betekeniszin)

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  clitoris    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• cli·to·ris

Woordherkomst en -opbouw

• Leenwoord uit het modern Latijn, in de betekenis van ‘kittelaar’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1663

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	clitoris	clitores clitorissen
verkleinwoord	clitorisje	clitorisjes

Zelfstandig naamwoord

clitoris v

1. (anatomie), (seksualiteit) gevoelig orgaan bovenaan de schaamspleet van de vrouw dat voor de seksuele opwinding zorgt

   • Mannen hebben een penis, vrouwen een…vagina? Nee! Een clitoris. De hele penis is te vergelijken met de hele clitoris. Maar weinigen weten dat de clitoris veel groter is dan het ‘topje van de ijsberg’ dat van de buitenkant te zien is. 

Synoniemen

• kittelaar, klitje

Afgeleide begrippen

• clitoraal, clitoridectomie, clitorishoed, clitorisme

Vertalingen

    1. gevoelig orgaan bovenaan de schaamspleet van de vrouw dat voor de seksuele opwinding zorgt   

Duits: Kitzler (de) m, Klitoris (de) v Engels: clitoris (en) Esperanto: klitoro (eo) Frans: clitoris (fr) m Fries: klitoris (fy) g Hebreeuws: דגדגן (he) Ido: klitorido (io)

Inuktitut: ᐅᕕᐅᖅ (iu) Italiaans: clitoride (it) Japans: クリトリス (ja), 陰核 (ja) Noors: klitoris (no) m Nynorsk: klitoris (nn) m Pools: łechtaczka (pl) v Spaans: clítoris (es) m

Gangbaarheid

• Het woord clitoris staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "clitoris" herkend door:

97 %	van de Nederlanders;
97 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.