dogma
Uiterlijk
- dog·ma
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘vastomlijnd geloofsartikel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1804 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dogma | dogma's, dogmata |
verkleinwoord | dogmaatje | dogmaatjes |
het dogma o
- (religie) (politiek) een vastomlijnd geloofsartikel dat aan geen beredenering meer is onderworpen
- Hij hield zich vast aan een dogma.
- Petje af, maar ik heb me altijd bij het inconsequente theater gehouden. Of bij het theater van de twijfel. Dat in principe vrij van elk dogma is. [2]
1. een vastomlijnd geloofsartikel dat aan geen beredenering meer is onderworpen
- Het woord dogma staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "dogma" herkend door:
90 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "dogma" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Harstad, JohanMax, Mischa & Het Tet-offensief 2017 ISBN 9789057598494 pagina 16
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
dogma v
- cirkevná dogma
- teologická dogma
- dog·ma
enkelvoud | meervoud |
---|---|
dogma | dogmas |
dogma m
- dogma in: Diccionario de la lengua española, 23e druk, op website: Real academia española
- IPA: /dɔgma/
- dog·ma
- Leenwoord uit het Latijn
dogma o
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | dogma | dogmata |
genitief | dogmatu | dogmat |
datief | dogmatu | dogmatům |
accusatief | dogma | dogmata |
vocatief | dogma | dogmata |
locatief | dogmatu | dogmatech |
instrumentalis | dogmatem | dogmaty |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 5
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Religie in het Nederlands
- Politiek in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 90 %
- Prevalentie Vlaanderen 92 %
- Woorden in het Slowaaks
- Zelfstandig naamwoord in het Slowaaks
- Religie in het Slowaaks
- Woorden in het Spaans
- Woorden in het Spaans van lengte 5
- Woorden in het Spaans met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Spaans
- Religie in het Spaans
- Woorden in het Tsjechisch
- Woorden in het Tsjechisch met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Tsjechisch
- Onzijdig zelfstandig naamwoord in het Tsjechisch