Naar inhoud springen

crimineel

Uit WikiWoordenboek
  • cri·mi·neel
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘misdadig’ voor het eerst aangetroffen in 1467 [1]
  • afgeleid van het Latijnse crīmen met het achtervoegsel -eel [2] [3]
enkelvoud meervoud
naamwoord crimineel criminelen
verkleinwoord crimineeltje crimineeltjes

decrimineelm

  1. (juridisch) iemand die de wet breekt
    • De politie heeft een aantal zware criminelen van hun bed gelicht. 
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen crimineelcriminelercrimineelst
verbogen criminelecriminelerecrimineelste
partitief crimineelscriminelers-

crimineel

  1. met betrekking tot misdaad, misdadig
    • EU wil einde aan criminele activiteiten banken [4] 
    • Het onderzoek toont dat meisjes steeds crimineler worden. 
     Zo controversieel als toen waren de onderzoeksvoorstellen van de criminoloog inmiddels al niet meer. Inmiddels is er veel kennis opgedaan op het gebied van genetica en neurowetenschap, onder meer op het gebied van mogelijke erfelijke factoren als het gaat over crimineel gedrag.[5]
     De UM werd eind 2019 volledig lamgelegd door criminele hackers. Als gevolg van de aanval met de gijzelsoftware konden studenten, onderzoekers en andere medewerkers dagenlang onder meer niet e-mailen, beperkt gebruikmaken van het internet en hadden zij geen toegang tot bestanden op de servers van de universiteit.[6]
  2. strafrechtelijk
  3. (informeel) (verouderd) geweldig, buitengewoon
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[7]