boel
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- boel
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘inboedel’ voor het eerst aangetroffen in 1460 [1]
- Herkomst: Hebreeuws, letterlijk: 'opbrengst' [2] [3] [4]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | boel | boelen |
verkleinwoord | boeltje | boeltjes |
Zelfstandig naamwoord
boel m
- een verzameling van alle zaken
- Doordat ze zo ontzettend veel gedronken hadden, begonnen ze de hele boel af te breken.
- (informeel) de gang van zaken
- Doe geen zaken met hem, hij probeert altijd de boel te belazeren!
- Maar als de boel uit de hand loopt, ga ik niet zitten wachten op Europa.”[5]
- (informeel) een grote hoeveelheid
- Zo, er ligt weer een boel werk op ons te wachten.
- (informeel) een tussenwerpsel
- Nee, ik heb geen idee. Maar ach, boel!
- (Jiddisch-Hebreeuws) achtste maand van het jaar, in oktober-november; oude benaming, later marchesjvan (1 Kon. 6:38)
- (verouderd) geliefde
- (verouderd) (pejoratief) minnaar in een overspelige of immorele relatie
Verwante begrippen
- Hebreeuws-Nederlands (gangbare versie): bul
Uitdrukkingen en gezegden
- dolle boel
een hoop vrolijke drukte
- • Verwijten werden over en weer geslingerd, verdriet luidkeels aangemoedigd en schuldgevoel tot een hoofditem opgewaardeerd. Het was een dolle boel in de hel. [6]
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord boel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "boel" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[7] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "boel" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ boel op website: Etymologiebank.nl
- ↑ boel op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
- ↑ Thijs Niemantsverdriet NRC 19 maart 2016
- ↑ Suzanne Vermeer: All-inclusive 2008
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Jiddisch-Hebreeuws in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 4
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Informeel in het Nederlands
- Verouderd in het Nederlands
- Pejoratief in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %