opbrengst

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • op·brengst
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord opbrengst opbrengsten
verkleinwoord opbrengstje opbrengstjes

Zelfstandig naamwoord

opbrengst v [3]

  1. dat wat opgebracht wordt, de baat die men heeft van zijn activiteiten
    • De opbrengst van deze inzamelingsactie was buitengemeen groot. 
    • Twente is op 4 september 2016 het decor voor de negentiende editie van de Ride for the Roses, de grote wielertoertocht waarvan de opbrengst ten goede komt aan de genezing van kanker. Dat is zaterdag bekendgemaakt tijdens de military in Boekelo. [4] 
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen