anglický
Uiterlijk
- IPA: /aŋglɪtskiː/
anglický
- IPA: /aŋglɪtskiː/
- ang·lic·ký
anglický
- Engels
- (spreektaal) Engels; als pars pro toto voor Brits;
- (demoniem) met betrekking tot het land het Verenigd Koninkrijk.
- (demoniem) met betrekking tot het volk de Britten.
stellend | anglický |
---|---|
vergrotend | angličtější |
overtreffend | nejangličtější |
- -
- britský
- britský
- -
- anglická míle v - Engelse mijl
- anglický buldok m bezield - Engelse buldog
- anglický jazyk m onbezield
- anglický roh m onbezield
- anglický park m onbezield
Categorieën:
- Woorden in het Slowaaks
- Woorden in het Slowaaks met IPA-weergave
- Achtervoegsel -cký in het Slowaaks
- Bijvoeglijk naamwoord in het Slowaaks
- Demoniem in het Tsjechisch
- Woorden in het Tsjechisch
- Woorden in het Tsjechisch met IPA-weergave
- Achtervoegsel -cký in het Tsjechisch
- Bijvoeglijk naamwoord in het Tsjechisch
- Taal in het Tsjechisch
- Spreektaal in het Tsjechisch
- Hard bijvoeglijk naamwoord in het Tsjechisch