boter: verschil tussen versies

Uit WikiWoordenboek
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Luckas-bot (overleg | bijdragen)
k r2.6.2) (Robot: toegevoegd: da:boter
Wikiwoordfanaat (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 109: Regel 109:
*{{swe}}: {{trad|sv|smör}} {{n}}
*{{swe}}: {{trad|sv|smör}} {{n}}
{{trans-bottom}}
{{trans-bottom}}
{{-info-|books=1|B=Kookboek/Boter}}
{{-info-|W=boter (zuivel)|books=1|B=Kookboek/Boter}}





Versie van 10 jul 2011 22:03

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bo·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord boter -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

boter v/m

  1. (voeding) gekarnde en geknede room van melk, meestal gebruikt als voedingsstof
    • Hij smeerde een dikke laag boter op zijn brood. 
  2. oneigenlijk vervangproduct voor boter, geproduceerd uit plantenvet
    • Veel mensen noemen margarine "boter". 
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
Uitdrukkingen en gezegden
  • boter op het hoofd hebben
    • zelf niet geheel onschuldig zijn in een zaak die men iemand anders verwijt
  • botertje aan/tot de boom[1]
    • zo goed als men zich maar wensen kan; allemaal mooi en goed
  • Er zit een haar(tje) in de boter.
    • Er hapert iets aan de zaak.
  • Hij heeft de boter gegeten.
    • Hij krijgt de schuld.
  • Het is boter aan de galg (gesmeerd).
    • Het heeft geen zin; het is vergeefse moeite.
  • met zijn neus/gat in de boter vallen
    • (onverwacht) in een goede situatie terechtkomen
  • Het boterde niet tussen piet en klaas.
    • Piet en klaas konden niet goed met elkaar overweg.

Verwijzingen

  1. "Boom" is hier een samentrekking van "bodem".
Anagrammen
Vertalingen

Meer informatie


Papiaments

Woordherkomst en -opbouw
  • Van het Engelse bottle, met rotacisme.
enkelvoud of
impliciet meervoud
expliciet meervoud
  boter     boternan  

Zelfstandig naamwoord

boter

  1. fles
Schrijfwijzen
  • Schrijfwijze op Bonaire en Curaçao: bòter.