dir

Uit WikiWoordenboek
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: -dir

Catalaans

Uitspraak
Woordafbreking
  • dir
stamtijd
tegenw.
tijd
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
dic deia dit
2e vervoeging volledig onregelmatig

Werkwoord

dir

  1. zeggen
Afgeleide begrippen


Duits

Uitspraak
enkelvoud meervoud
nominatief du ihr
genitief deiner euer
datief dir euch
accusatief dich euch


Woordafbreking
  • dir

Persoonlijk voornaamwoord

dir

  1. (aan/voor) jou, je (datief van de tweede persoon enkelvoud)
    «Ich gebe dir einen Kuss.»
    Ik geef jou een kus.


Limburgs

Uitspraak
  • IPA: /ðɪr/ (Etsbergs)

Persoonlijk voornaamwoord

dir

  1. datief van doe


Pennsylvania-Duits

Uitspraak


Woordafbreking
  • dir

Persoonlijk voornaamwoord

dir (datief van de tweede persoon enkelvoud)

  1. hem
    «“Ich helf dir”, saagt en gude Fee.»
    "Ik zal je helpen," zegt de goede fee.
Opmerkingen